The body keeps the score. Je lichaam weet meer dan je denkt.
Denk je weleens na over je eigen lichaam?
Wanneer er een probleem is en je lost het niet op, dan komt het steeds opnieuw op je pad. Als een patroon dat zich telkens herhaalt.
De wortels van het probleem liggen vaak in een ver verleden. Wat je meemaakte, heeft je geraakt en je lichaam heeft het onthouden. Ook als je het zelf niet meer weet. Je bent dan misschien al twintig of veertig jaar zo gewend aan het patroon dat je het niet opmerkt.
Er zijn patronen die vaker te zien zijn. Zoals het niet erkennen van je behoeftes;
Als je niet gehoord wordt in je verlangens, in je noden, dan ontstaat er een soort trauma. Een trauma is als een wondje. Dat doet pijn. En dan ga je in verzet – een verzet dat gericht kan zijn naar jezelf of juist naar anderen: extravert.
Wat je niet kunt oplossen wordt ingekapseld. Dan doet het niet meer zo’n pijn.
Je lichaam zorgt er immers voor dat je zo goed mogelijk verder kunt leven. Maar wat ingekapseld werd, zit vaak óók in de weg. En op een bepaald moment is het teveel. Dan merk je alleen nog maar vermoeidheid, stijfheid en/of pijn. Of een ziekte doet haar werk.
Wat weggestopt was, de pijn en het trauma, zit nog in je lichaam en vraagt jouw aandacht.
Het ingekapselde wil gevoeld worden, gehoord, gezien, aangeraakt … Het wil als het ware tot bewustzijn komen, omdat wat er gebeurde toen nog niet door onszelf geïntegreerd kon worden. Wat ingekapseld werd, zodat het ons tijdelijk geen last zou bezorgen, kun je niet blijven negeren.
Hoe langer we zulke donkere delen in ons meeslepen, hoe dieper ze nestelen. Wij weten in ons bewuste zijn al lang niets meer hiervan. We gaan niet bewust met onze gedachten op zoek naar die pijn. Maar onze cellen wél, die weten – die blijven weten. The body keeps the score.